Svoboda | Graniru | BBC Russia | Golosameriki | Facebook

lots mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lot
    «They cast lots to decide it.»
    Zij lootten erom.

lots

  1. heleboel
    «He has lots of money.»
    Hij heeft een heleboel geld.


lots

  1. erg, zeer
    «She cared lots about her cats.»
    Zij hield erg van haar katten.