Hera vertelt het verhaal van Penelope, koningin van Ithaka, die trouw op de terugkeer van haar echtgenoot Odysseus wacht, te midden van de vrijers die naar haar hand dingen omdat die echtgenoot toch wel dood zal zijn, bijna tien jaar na de val van Troje. Een enkele vrijer wil de toestand naar zijn hand zetten en laat vermomde piraten invallen doen op Ithaka. Er zijn weinig weerbare mannen over op Ithaka, dus oefenen de vrouwen zich in vechten en verdedigen o.l.v. een Amazone en met behulp van de priesteres van Artemis. Bovendien zijn veel vrouwen bedreven in het doden en villen van konijnen etc. Hera vindt dat wel mooi, maar het liefst bemoeit ze zich met koninginnen, ook al is het een mannendoodster als Klytaimnestra die zich verscholen hield op Ithaka. Kortom, bekend verhaal, opnieuw "aangekleed" en verteld vanuit het perspectief van een godin die ook best wat te klagen heeft over haar mede-goden, haar echtgenoot Zeus voorop.