zeehandel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zeehandel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zee·han·del

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zee  en  handel 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zeehandel	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de zeehandel m

1. economische uitwisseling via scheepvaart overzee

   • De Batavia staat voor de zeehandel die de Republiek grote welvaart bracht. 

Gangbaarheid

• Het woord zeehandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeehandel" herkend door:

92 %	van de Nederlanders;
92 %	van de Vlamingen.