Svoboda | Graniru | BBC Russia | Golosameriki | Facebook
Naar inhoud springen

Micheil Saakasjvili

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Micheil Saakasjvili
Micheil Saakasjvili
Geboren 21 december 1967
Tbilisi, Georgië
Politieke partij Verenigde Nationale Beweging
Partner Sandra Roelofs
Handtekening Handtekening
3e President van Georgië
Aangetreden 25 januari 2004
Einde termijn 25 november 2007
Voorganger Nino Boerdzjanadze (wnd.)
Opvolger Nino Boerdzjanadze (wnd.)
3e President van Georgië
Aangetreden 20 januari 2008
Einde termijn 17 november 2013
Voorganger Nino Boerdzjanadze (wnd.)
Opvolger Giorgi Margvelasjvili
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Micheil Saakasjvili (Georgisch: მიხეილ სააკაშვილი) (Tbilisi, 21 december 1967) is een Georgisch-Oekraïens politicus. Hij was van 2004 tot 2013 de president van Georgië namens zijn partij de Verenigde Nationale Beweging. Saakasjvili was oppositieleider tijdens de Rozenrevolutie in november 2003, toen president Sjevardnadze tot aftreden werd gedwongen.

In 2015-2016 was Saakasjvili gouverneur van de Oekraïense regio Odessa en 2020-2021 was hij hoofd van het uitvoerend comité van de Nationale Hervormingsraad, een adviesorgaan van de Oekraïense president Zelensky. In de nacht voor de Georgische gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2021 dook Saakasjvili plotseling op Batoemi. Hij werd daags daarna gearresteerd en gevangengezet vanwege illegale grensoverschrijding en de lopende aanklachten tegen hem.

Saakasjvili studeerde Internationaal recht in Oekraïne en aan het Internationaal Instituut voor de Mensenrechten in Straatsburg. Tijdens een mensenrechtencursus in Frankrijk ontmoette hij zijn latere echtgenote, de Nederlandse Sandra Roelofs uit Terneuzen. Het paar vertrok naar New York waar Saakasjvili rechten studeerde aan de Columbia-universiteit. Vervolgens werkte hij in de Verenigde Staten als jurist.

Politicus onder Sjevardnadze

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1995 verhuisde Saakasjvili naar Georgië, waar hij lid werd van het parlement van Georgië voor de Burgerunie, de partij van Edoeard Sjevardnadze. In 2000 werd Saakasjvili minister van Justitie. Na acht maanden presenteerde hij in 2001 een wetsontwerp om de in Georgië wijdverbreide corruptie aan te pakken. Politici zouden worden gedwongen opgave te doen van hun inkomsten. Sjevardnadze wees het voorstel van de hand. Uit protest hiertegen bood Saakasjvili zijn ontslag aan. Later dat jaar formeerde hij zijn eigen partij waarmee hij uiteindelijk oppositieleider werd.

In juni 2002 won Saakasjvili met zijn partij de gemeenteraadsverkiezingen in Tbilisi. De tweede grote winnaar was de Georgische Arbeiderspartij onder leiding van Sjalva Natelasjvili. De twee partijen kwamen een samenwerking in de raad (sakreboelo) overeen. Saakasjvili weigerde echter in te gaan op het voorstel van Natelasjvili om zijn parlementszetel op te geven in ruil voor het voorzitterschap van de raad van Tbilisi.[1]

Rozenrevolutie

[bewerken | brontekst bewerken]
Saakasjvili tijdens de protesten in november 2003.

Voor de parlementsverkiezingen van 2003 voerde Saakasjvili campagne onder de leus Georgië zonder Sjevardnadze. Deze verkiezingen verliepen frauduleus, wat ontaardde in wekenlange protesten. Toen president Sjevardnadze het parlement op 22 november 2003 wilde inzegenen, ondanks een boycot door een deel van de oppositie, protesteerden buiten duizenden voor een "bloedeloze revolutie" en eisten het vertrek van Sjevardnadze. Demonstranten onder leiding van Micheil Saakasjvili, die een rode roos droeg, drongen het parlement binnen en onderbraken de openingsspeech van Sjevardnadze.

De president werd in de chaos door zijn beveiliging weggevoerd uit het parlement. In de avond van 23 november 2003 nam president Edoeard Sjevardnadze ontslag na een gesprek met Saakasjvili en Zoerab Zjvania en was er sprake van de Rozenrevolutie. Parlementsvoorzitter Nino Boerdzjanadze werd waarnemend president, omdat de grondwet bepaalt dat de parlementsvoorzitter deze rol vervult bij ontslag van de president.

Presidentschap: eerste termijn

[bewerken | brontekst bewerken]
Het gezin Saakasjvili krijgt de felicitaties van Colin Powell bij de inhuldiging van Micheil Saakasjvili als president.

Bij de presidentsverkiezingen van 4 januari 2004 werd Saakasjvili met ruim 96% van de stemmen verkozen tot de nieuwe president van Georgië, bij een opkomst van 88%. Hij was op dat moment met een leeftijd van 36 jaar het jongste staatshoofd in Europa.[2] Op 25 januari 2004 werd Saakasjvili ingezegend, waarna hij meteen een decreet tekende voor de nieuwe vlag van Georgië.[3] Vier maanden later werd het nationale volkslied Dideba vervangen door Tavisoepleba en in oktober 2004 volgde een nieuw staatswapen. Op 28 maart 2004 werd de parlementsverkiezing overgedaan, die werd gewonnen door de partij van Saakasjvili die op deze manier ook een parlementaire dekking had voor zijn hervormingsagenda.

Territoriale hereniging

[bewerken | brontekst bewerken]

Als president kreeg Saakasjvili te maken met problemen rond de afscheidingsgebieden van het land. Een van zijn belangrijkste verkiezingsbeloften was de eenheid van het land weer te herstellen. Hij wist de autonome republiek Adzjarië in mei 2004 zonder geweld weer onder centraal gezag te plaatsen, zonder de autonomie van het gebied af te schaffen, maar de problemen met Zuid-Ossetië en Abchazië werden niet opgelost. Na het herstel van het gezag over Adzjarië liepen de spanningen rond Abchazië en Zuid-Ossetië op.

Saakasjvili en de Russische president Vladimir Poetin hadden een gespannen relatie.

Saakasjvili probeerde een eind te maken aan de smokkel vanuit Rusland via Zuid-Ossetië, een grens die door de centrale autoriteiten niet gecontroleerd werd, waardoor het veel douane-inkomsten misliep. Dit viel samen met de corruptie-aanpak, een ander groot speerpunt van Saakasjvili. In de zomer van 2004 escaleerden de spanningen rond Zuid-Ossetië met een mislukte poging het Georgische gezag te herstellen. In Abchazië wist Georgië de Kodorivallei onder controle te krijgen. Rusland was nadrukkelijk betrokken bij het tegenhouden van Saakasjvili's ambities ten aanzien van de twee afscheidingsgebieden, maar ook de pro-westerse en hervormingsgezinde koers zinde Moskou niet. De spanningen met Rusland liepen verder op, waarbij Saakasjvili Rusland regelmatig beschuldigde van provocerende acties.

Op bezoek in Nederland

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 4 mei 2005 bezochten Saakasjvili en zijn eega Sandra Roelofs het eiland Texel in het kader van de 60e herdenking van de 'Opstand van de Georgiërs', een opstand van de Georgische soldaten van het 822e Georgische bataljon van de Wehrmacht in het voorjaar van 1945 tegen de Duitse bezetter van het eiland.[4][5]

Ontevreden bevolking

[bewerken | brontekst bewerken]
Het neerslaan van de demonstraties in november 2007 bleven Saakasjvili achtervolgen.

In november 2007 braken grote protesten uit onder de bevolking tegen zijn beleid, waarbij hem vooral vriendjespolitiek, corruptie en te veel economische hervormingen werden verweten. De hervormingen zouden volgens tegenstanders tot meer armoede hebben geleid. Op 7 november riep Saakasjvili de noodtoestand uit, nadat het beëindigen van een demonstratie in Tbilisi door de politie was uitgelopen op rellen. Hij liet twee kritische tv-stations sluiten. Bij de onrust vielen meer dan 500 gewonden. Saakasjvili verklaarde dat Rusland achter de protesten zat.

Deze dag is zijn politieke nalatenschap blijven achtervolgen en de latere Georgische Droom-regering heeft hem ook voor deze dag laten vervolgen.[6] Als gevolg van de afloop van de demonstratie en de kritiek die hij kreeg, besloot Saakasjvili vervroegde presidentsverkiezingen uit te schrijven, die op 5 januari 2008 werden gehouden. Grondwettelijk moest hij aftreden nadat hij door zijn partij tot kandidaat was gekozen. Hierdoor werd voor de tweede maal in vier jaar parlementsvoorzitter Nino Boerdzjanadze waarnemend president en staatshoofd.

Presidentschap: tweede termijn

[bewerken | brontekst bewerken]
Saakasjvili schreef vervroegde verkiezingen uit en stelde zich opnieuw verkiesbaar als president.

Saakasjvili won de presidentsverkiezingen minder overtuigend met 53,5 procent van de stemmen. Hij wendde daarmee wel een verwachte tweede stemronde af. De oppositie was het niet met de uitslag eens en bestempelde de verkiezingsgang als frauduleus en intimiderend. Deze conclusie werd niet gedeeld door internationale waarnemers, die stelden dat de verkiezingen over het algemeen eerlijk waren verlopen. Tijdens de vervroegde parlementsverkiezingen in mei 2008 won zijn partij een grote meerderheid. In april 2008 kreeg Georgië van de NAVO een "open deur" uitnodiging om op termijn lid te worden. Het NAVO-lidmaatschap was een van de belangrijkste speerpunten van Saakasjvili om het land te beschermen tegen Russische agressie.

Russisch-Georgische Oorlog

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Russisch-Georgische Oorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de westerse erkenning van de onafhankelijkheid van Kosovo in de winter van 2008 en de NAVO-uitnodiging aan Georgië, liepen de spanningen rond de Georgische afscheidingsgebieden snel op. Rusland had het Westen en Georgië al meermaals gewaarschuwd dat het bij de westerse erkenning van Kosovo de Georgische afscheidingsgebieden zou gaan erkennen. De spanningen rond Zuid-Ossetië escaleerden in de eerste dagen van augustus, waarbij separatisten etnisch-Georgische dorpen in Zuid-Ossetië beschoten. Op de late avond van 7 augustus 2008 begon de Georgische krijgsmacht een operatie tot "herstel van de constitutionele orde in Zuid-Ossetië".

De Russische inval in 2008.

Enkele uren later reden Russische troepen, die paraat stonden aan de Russisch-Zuid-Osseetse grens, het gebied in via de Roki-tunnel en was de Russisch-Georgische Oorlog een feit. De oorlog verliep dramatisch voor Georgië, dat na vijf dagen het laatste stuk controle over Zuid-Ossetië en Abchazië kwijtraakte. Rusland erkende twee weken later de onafhankelijkheid van de twee zelfverklaarde republieken en stationeerde er duizenden manschappen. Aanvankelijk werd Saakasjvili door bondgenoten verweten zich mee te hebben laten sleuren in de Zuid-Osseetse provocaties.[7]

In november 2013 werd Saakasjvili als president opgevolgd door Giorgi Margvelasjvili. Sindsdien bracht hij zijn tijd vooral door in de Verenigde Staten en Oekraïne. In eigen land werd Saakasjvili vervolgd in verband met de invallen bij de tv-zenders en het neerslaan van de anti-regeringsdemonstraties in november 2007, waarvoor hij vijf tot acht jaar gevangenisstraf kon krijgen.

Gouverneur in Odessa

[bewerken | brontekst bewerken]
Saakasjvili werd door president Porosjenko benoemd als gouverneur van Odessa.

Op 30 mei 2015 werd Saakasjvili door de Oekraïense president Petro Porosjenko geïnstalleerd als gouverneur van de regio Odessa. Tegelijkertijd verkreeg hij het Oekraïense staatsburgerschap.[8] In december 2015 maakten de Georgische autoriteiten bekend dat Saakasjvili per presidentieel decreet het Georgische staatsburgerschap was afgenomen, vanwege het aannemen van de Oekraïense nationaliteit.[9]

Op 7 november 2016 trad Saakasjvili terug als gouverneur van Odessa. Hij zei dat onder president Porosjenko het bestrijden van corruptie een onmogelijke taak was en dat hij constant werd tegengewerkt bij zijn pogingen hervormingen door te voeren.[10] Na zijn ontslag begon hij de partij Beweging voor Nieuwe Krachten.

Intrekking Oekraïens staatsburgerschap

[bewerken | brontekst bewerken]

Terwijl Saakasjvili in de Verenigde Staten was, werd op 26 juli 2017 zijn Oekraïens staatsburgerschap ontnomen, waardoor hij formeel staatloos werd.[11][12] De beslissing kwam per decreet van president Porosjenko zelf en zou gebaseerd zijn op fraude door Saakasjvili bij zijn aanvraag van de Oekraïense nationaliteit. Saakasjvili sprak van een politiek gemotiveerde beslissing en zei zich te zullen verzetten tegen de maatregel.[13][12] Hij ondernam diverse pogingen om vanuit Polen de grens met Oekraïne over te steken, wat uiteindelijk op 10 september 2017 lukte toen hij door honderden aanhangers geholpen werd.[14] Uiteindelijk werd Saakasjvili op 12 februari 2018 alsnog het land uitgezet naar Polen.[15]

Verblijf in Nederland

[bewerken | brontekst bewerken]
Saakasjvili keert in 2019 weer terug in Oekraïne.

Na zijn uitzetting uit Oekraïne reisde Saakasjvili als statenloos burger naar Nederland, dat in december 2017 zich al bereid had getoond de oud-president op te nemen.[16] Vanwege zijn Nederlandse echtgenote kreeg hij een verblijfsvergunning op basis van gezinshereniging. In Nederland zette hij zijn activiteiten voor de Oekraïense oppositie voort, tot hij in voorjaar 2019 weer naar Oekraïne terugkeerde om voor president Zelensky te gaan werken.[17]

Anti-corruptie-adviseur voor Zelensky

[bewerken | brontekst bewerken]

Eind mei 2019 kreeg Saakasjvili het Oekraïens staatsburgerschap terug van de eerder die maand aangetreden president Zelensky.[17][18] Saakasjvili ging vervolgens voor president Zelensky werken als hoofd van het uitvoerend comité van de Nationale Hervormingsraad, een presidentieel adviesorgaan.

Arrestatie in Georgië

[bewerken | brontekst bewerken]
Saakasjvili centraal op een anti-oppositie billboard boven de straten van Tbilisi tijdens de campagne naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2021.

Op 2 oktober 2021 werd Saakasjvili gearresteerd, nadat hij voor het eerst sinds 2013 naar Georgië was teruggekeerd door clandestien de grens te passeren. Met zijn aankomst vlak voor de gemeentelijke verkiezingen hoopte hij die naar de hand te zetten van de Verenigde Nationale Beweging, zijn partij waar hij nog altijd bij betrokken was en die de belangrijkste oppositie was tegen de regerende Georgische Droom.[19][20][21] Na zijn arrestatie werd hij in staat van beschuldiging gesteld wegens illegale grensoverschrijding en werden de lopende zaken tegen hem opgepakt.[22]

Uit protest tegen het gevangenschap, dat hij als politiek gemotiveerd beschouwde, ging Saakasjvili vijftig dagen in hongerstaking. Dit schaadde zijn gezondheid en na aandringen van de Georgische ombudspersoon en internationale actoren werd hij in de loop van 2022 overgeplaatst naar een privékliniek. In 2022 en 2023 werd de roep om amnestie of een transfer naar het buitenland vanwege zijn verslechterde gezondheid steeds luider, ook vanuit de Europese Unie. Deze laatste stelde ook dat de Europese relatie van het land onder druk zou komen te staan mocht Saakasjvili in gevangenschap en door nalatigheid van de autoriteiten komen te overlijden.[23]

Voorganger:
Nino Boerdzjanadze (waarnemend)
President van Georgië
25 januari 2004 - 25 november 2007
Opvolger:
Nino Boerdzjanadze (waarnemend)
Voorganger:
Nino Boerdzjanadze (waarnemend)
President van Georgië
25 januari 2008 - 17 november 2013
Opvolger:
Giorgi Margvelasjvili
Zie de categorie Mikheil Saakashvili van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.