Moerasstruisgras
Moerasstruisgras | |||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||||||
Agrostis canina L. (1753) | |||||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||||||
Moerasstruisgras op Wikispecies | |||||||||||||||||||||||
|
Moerasstruisgras, kruipend struisgras of hondsstruisgras (Agrostis canina) is een vaste plant uit het geslacht struisgras (Agrostis). De plant komt van nature voor in Eurazië. Moerasstruisgras heeft 2n=14 chromosomen en wordt wel voor de aanleg van gazons gebruikt.
De zeer dicht zodevormende plant wordt 30–70 cm hoog en heeft vrij korte, dunne uitlopers. De stengel staat rechtop of is geknikt opstijgend en vormt dan vaak op de liggende knopen wortels. De jonge bladeren zijn opgerold. De zeer fijne tot 1 mm brede, lichtgroene bladeren zijn iets ruw en hebben fijne ribben. Het spitse tongetje van het bovenste blad is tot 4 mm lang, maar van de onderste bladeren korter.
Moerasstruisgras bloeit in juli en augustus met 3–16 cm lange pluimen. De tot 3 mm lange aartjes bestaan uit één bloempje. De 2 mm lange kelkkafjes zijn spits en hebben één nerf. De onderste, aan de top afgeknotte. 1,8 mm lange kroonkafjes hebben vijf nerven met een rugnaald, die onder het midden is aangehecht. Het bovenste kroonkafje is zeer kort of afwezig. De vrucht is een graanvrucht.
De plant komt voor op vochtrijke, arme, zure zand- en veengrond.
In andere talen
[bewerken | brontekst bewerken]- Duits: Hundsstraussgras, Sumpfstraußgras
- Engels: Velvetbend
- Frans: Agrostide des chiens
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Moerasstruisgras (Agrostis canina) op SoortenBank.nl (gearchiveerd) (gebaseerd op de Heukels23, dit is de voorlaatste uitgave)
- Moerasstruisgras (Agrostis canina), verspreiding in Nederland, volgens de verspreidingsatlas van Floron.
- Wilde planten met foto's