Het woord literatuur heeft verschillende, dicht bij elkaar liggende betekenissen. De ruimste is dat literatuur de verzameling van alle teksten is, geschreven en in mondelinge vorm. Literatuur wordt ook in een enge betekenis gebruikt, waarbij zij tegenover lectuur is gesteld. In die zin zou literatuur de hoge, artistieke vorm en lectuur de lage, populairdere vorm van teksten aanduiden.
Gedichten en poëzie, toneel- en filmteksten, prozateksten die geheel of gedeeltelijk zijn verzonnen (fictie, bijvoorbeeld de roman) en proza dat waargebeurde verschijnselen en personen beschrijft (non-fictie, onder meer de brief, het essay en de autobiografie) kunnen literaire kenmerken bezitten. De definitie van die kenmerken is geen eenvoudige zaak. Veelal zijn meerduidigheid (poly-interpretabiliteit), originaliteit en complexiteit centrale criteria, alsook de betrokkenheid van de lezer bij het herscheppen van de tekst. Waterdichte instrumenten om te bepalen wat literatuur is, levert dat niet op.
Hubert Léon Lampo (1920 - 2006) was een Vlaamsschrijver. Hij is vooral bekend geworden door zijn romanDe komst van Joachim Stiller (1960), die in 1976 werd verfilmd en waarvan tijdens zijn leven 44 Nederlandstalige drukken en talrijke vertalingen verschenen.
Lampo is in het Nederlandse taalgebied niet alleen een belangrijke grondlegger, maar tevens de met afstand bekendste exponent van het magisch realisme, een stroming die zich kenmerkt door de realistische weergave van 'bovennatuurlijke' verschijnselen, eigenschappen en gebeurtenissen.
Lampo werd tot op hoge leeftijd met talrijke laureaten en prijzen geëerd, maar door veel literaire critici gaandeweg ook steeds vaker verguisd, enerzijds vanwege zijn stijl en anderzijds omwille van de vermeend naïeve manier waarop hij magie en realiteit in zijn werk vermengde.
Een literatuurprijs wordt periodiek (vaak jaarlijks) uitgereikt aan een auteur voor een specifiek werk, een serie werken of zijn of haar gehele oeuvre. Enkele voorbeelden van bekende literatuurprijzen:
"Er zijn geen goede schrijvers. Soms ontstaat in ons land een goed boek, dat op het gemiddelde peil geen invloed heeft. De goede boeken zijn meestal afkomstig van zonderlingen, liefhebbers die stiekem schrijven in het holst van de nacht en niets te maken hebben met het literaire leven, met de levende literatuur als geheel."
Nello en Patrasche, afgebeeld in een Amerikaanse uitgave van het boek uit 1891.
Een hond van Vlaanderen (originele titel: A Dog of Flanders) is een Engelse roman van Marie Louise de la Ramée, ook gekend onder het pseudoniem Ouida, die de lotgevallen beschrijft van de weesjongen Nello en zijn hond Patrasche.
Ouida was gekend als een liefhebster van dieren, en ze wilde ongetwijfeld van haar boek ook een aanklacht maken tegen de hondenmishandeling van haar tijd, die welig tierde in het 19de-eeuwse Europa. Alhoewel de held van het verhaal, Nello, Patrasche ook zal spannen voor zijn melkkar, en deze laatste dit blijkbaar ook erg graag lijkt te doen. De schrijfster baseerde het verhaal op een rondreis die ze maakte in de toen nog zeer jonge Belgische staat, die volop in industriële ontwikkeling verkeerde. Dit confronteerde haar met zeer veel kinderarbeid, vaak onder erbarmelijke condities. Haar beschrijving van het Belgische platteland bleek tamelijk accuraat.
Het verhaal werd een groot succes in Japan en de Verenigde Staten en werd reeds verschillende malen verfilmd, hoewel het in Vlaanderen nooit aansloeg. Sinds de jaren '80 heeft men in België wat meer pogingen gedaan om het concept als exportmerk te gebruiken. Paul Geerts tekende ter ere van Nello en Patrasche de Suske en Wiske-strip Het dreigende dinges, en in 1985 werd er een standbeeld opgetrokken in Hoboken.
(lees verder)
Bachmann, de dochter van een onderwijzer, was een vooraanstaande exponent van de Duitstalige literatuur na de Tweede Wereldoorlog. Zij studeerde in Innsbruck, Graz en Wenen tussen 1945 en 1950, waar ze zich vooral op de filosofie en psychologie toelegde. Zij doctoreerde met een proefschrift over Martin Heidegger, en ging vervolgens voor de radio werken. In 1952 las ze haar eigen gedichten voor op een bijeenkomst van de Gruppe 47: dit luidde een snelle opmars van haar carrière in. Reeds een jaar later ontving ze de prijs van de Gruppe, voor haar dichtbundel Die gestundete Zeit (lett. de uitgestelde tijd ofwel Tijd In Onderpand), een grimmig, pessimistisch werk, met de beroemd geworden frase: „es kommen härtere Tage“ (er komen moeilijker dagen).
Prof. Dr. Ingeborg Dusar (Universiteit Antwerpen) beschreef het late proza van Ingeborg Bachmann in haar doctoraal proefschrift "Choreographien der Differenz. Ingeborg Bachmanns Prosaband 'Simultan'" (1994). De schrijfster en filosofe Joke J. Hermsen wijdde een belangrijk deel van haar proefschrift Nomadisch narcisme (1993) aan Bachmanns werk.
Een stijlfiguur is in taal een afwijking van de "gewone" manier van zeggen. Dit wordt in de literatuur vaak bewust gedaan om een bepaald effect te bereiken. Gebeurt de afwijking onbewust, dan spreekt men ook wel van een stijlfout. Voorbeelden van bekende stijlfiguren zijn: