Portugese

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Portugese    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌpɔrtyˈɣesə / (4 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˌpɔr.ty.ˈχe.sə/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /pɔr.ty.ˈɣe.sə/

Woordafbreking

• Por·tu·ge·se

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van Portugees met het achtervoegsel -e

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Portugese	Portugesen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de Portugese v

1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Portugal of een vrouw of meisje van Portugese afkomst.

Verwante begrippen

Demoniemen bij Portugal in het Nederlands
inwoner: Portugees • inwoonster: Portugese • bijvoeglijk: Portugees

Vertalingen

    1. vrouw   

Bulgaars: португалка (bg) v Duits: Portugiesin (de) v Engels: Portuguese (en) Frans: Portugaise (fr) v

Fries: Portugese (fy) v Portugees: portuguesa (pt) v Spaans: portuguesa (es) v Zweeds: portugisiska (sv) g

Bijvoeglijk naamwoord

Portugese

1. verbogen vorm van de stellende trap van Portugees

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord Portugese staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Fries

Zelfstandig naamwoord

Portugese g

1. (demoniem) Portugese (vrouw).

Interlingua

Zelfstandig naamwoord

Portugees

1. (demoniem) Portugees (persoon)
2. (taal) Portugees