aannemer
- aan·ne·mer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aannemer | aannemers |
verkleinwoord | aannemertje | aannemertjes |
de aannemer m
- (beroep) iemand die een (bouw)werk uitvoert tegen een bepaalde prijs
- aannemerij, aannemersbedrijf, aannemerscombinatie, aannemersfirma, aannemersmaterieel, aannemerswereld
1. iemand die een (bouw)werk uitvoert tegen een bepaalde prijs
- Het woord aannemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aannemer" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ aannemer op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %