beukerij
- beu·ke·rij
- naamwoord van handeling van beuken met het achtervoegsel -erij[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beukerij | beukerijen |
verkleinwoord |
de beukerij v
- (militair) een eenheid artillerie-wapens (zoals kanonnen, houwitsers, mortieren en raketwapens), vaak opgesteld in een rij
- plaats waar men stokvis beukt
- Het woord 'beukerij' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beukerij" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be