jägare
Uiterlijk
- jä·ga·re
- Naamwoord van handeling van jäga met het achtervoegsel -re
- Afkomstig van het Oudzweedse woord "iäghare", dat van het Nederduitse woord "jeger" komt en bij "jagen" hoort
Naar frequentie | 4791 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | jägare | jägaren jägarn [1] |
jägare | jägarna |
genitief | jägares | jägarens jägarns [1] |
jägares | jägarnas |
jägare, g
- (beroep) jager, jachtliefhebber (beroep of hobby)
- in bepaalde samenstellingen met figuurlijke betekenis
- in bepaalde samenstellingen met pejoratieve betekenis
- (militair) jager (infanterie)
- (beroep) bestrijder
- [1]: jagere
- [1]: nimrod
- [4]: elitsoldat
|
|
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
jägare
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van jägare
Categorieën:
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 6
- Woorden in het Zweeds met audioweergave
- Woorden in het Zweeds met IPA-weergave
- Achtervoegsel -re in het Zweeds
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds
- Beroep in het Zweeds
- Militair in het Zweeds
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Zweeds