klabbe

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˡklɑbə/

Woordafbreking

• klab·be

stamtijd
onbepaalde wijs	tegenwoordige tijd	verleden tijd	voltooid deelwoord
klabbe	klabber	klabbet klabba	klabbet klabba
Klasse 1 zwak

Werkwoord

klabbe

1. vastplakken, plakken

   «Skiene klabbet.»

   Aan de ski's bleef sneeuw plakken.

   «Leira klabbet seg til skoene.»

   Leem plakte vast aan zijn schoenen.

2. (spreektaal) slaan, een oorvijg geven

Afgeleide begrippen

• [1]: klabbeføre

Uitdrukkingen en gezegden

• [1]: (spreektaal) Det har lett for å klabbe på seg med tillitsverv.

Het is gemakkelijk om aan een erefunctie gehecht te zijn.

• [1]: Man påtar seg lett flere og flere av dem.

Men neemt steeds gemakkelijker meer hooi op zijn vork.

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˡklɑbə/

Woordafbreking

• klab·be

stamtijd
onbepaalde wijs	tegenwoordige tijd	verleden tijd	voltooid deelwoord
klabbe	klabbar	klabba	klabba
Klasse 1 zwak

Werkwoord

klabbe

1. vastplakken, plakken

   «Skiene klabbar.»

   Aan de ski's bleef sneeuw plakken.

2. (spreektaal) slaan, een oorvijg geven

Afgeleide begrippen

• [1]: klabbeføre