maaglijder

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  maaglijder    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• maag·lij·der

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  maag zn  en  lijder zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	maaglijder	maaglijders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de maaglijder m

1. (medisch) iemand die last heeft van een ziekte van de maag

   • 'Een enkeling, zoals maaglijder Charles Darwin, zou ik graag een kuurtje hebben gegeven. Maar de rest niet. Terwijl waarschijnlijk ongeveer de hele bevolking drager van de bacterie was.' 
   • Er is nog een andere veelzeggende tegenstelling: Erasmus was een maaglijder en zonder twijfel een schrale eter; Luther hield van de overvloed in eten en drinken. 

Synoniemen

• maagpatiënt

Vertalingen

    1.   

Engels: someone who suffers from his stomach (en), gastric patient (en)

Gangbaarheid

• Het woord maaglijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.