opgooi
- op·gooi
vervoeging van |
---|
opgooien |
opgooi
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgooien
- ... dat ik opgooi.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opgooi | opgooien |
verkleinwoord | - | - |
de opgooi m
- worp omhoog, vaak een beginhandeling bij sport of spel
- Het woord opgooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opgooi" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 81 %
- Prevalentie Vlaanderen 81 %