Svoboda | Graniru | BBC Russia | Golosameriki | Facebook
Naar inhoud springen

ordelijk

Uit WikiWoordenboek
  • or·de·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ordelijk ordelijker ordelijkst
verbogen ordelijke ordelijkere ordelijkste
partitief ordelijks ordelijkers -

ordelijk [2]

  1. rustig en zonder uitspattingen
    • Vanwege het ordelijke verloop van de demonstratie mochten de agenten eerder naar huis. 
     Volgens de beheerder van de waterkrachtcentrale lijkt het water nu "ordelijk" door de dam te stromen. De dam is 45 jaar oud en bestaat volgens exploitant Hafslund uit twee turbines en een dam met deuren.[3]
  2. met een bepaalde regelmaat
    • Mijn buren hebben een overdreven ordelijk huishouden. 


99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. ordelijk op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink geraadpleegd op 3 augustus 2023 Weblink bron “Stuwdam in Noorwegen breekt door na zware regenval, omwonenden geëvacueerd” (09-08-2023), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be