titelblad
- ti·tel·blad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | titelblad | titelbladen |
verkleinwoord | - | - |
het titelblad o
- (boekbinderij) bladzijde van een boek waarop de titel van het boek staat en vaak ook de schrijver, de uitgever en de datum van publicatie
- ▸ Tegenwoordig zie je het niet vaak meer, maar vroeger was het heel gewoon op het titelblad van een boek de auteur vermeld te vinden met zijn academische graad. (Dr. P. Geyl of Dr. L. de Jong) of zelfs (bij Presser bijvoorbeeld) als Prof.Dr.[2]
- Het woord titelblad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron H.L. Wesseling“Onder de koepel” (19 oktober 2000) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Boekbinderij in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal